Aandelen leveren op langere termijn een nettorendement op van gemiddeld ruim 5 procent per jaar.
Dat is lager dan we de laatste jaren zijn gewend, maar een stuk beter dan obligaties en spaargeld.
Vette en magere beursjaren wisselen elkaar wel af.
Door koers te houden en je aan de volgende tien gouden spelregels te houden, kun je een maximaal rendement behalen.
De hoge rendementen op de beurzen in de afgelopen jaren zijn beleggers misschien wel een beetje naar het hoofd gestegen. Ondanks de coronacrisis denken particuliere beleggers dat de waarde van hun beleggingsportefeuille de komende jaren met gemiddeld bijna 11 procent per jaar zal aandikken, zo bleek eind vorig jaar uit een groot onderzoek van vermogensbeheerder Schroders.
Het is al voor het derde jaar op rij dat de verwachtingen van beleggers over hun toekomstige rendement op de beurs zijn gestegen.
Professionele beleggers zijn een stuk voorzichtiger. Zo houdt BlackRock, de grootste vermogensbeheerder ter wereld, de komende vijf jaar rekening met een gemiddeld rendement op aandelen van 6 tot 8 procent per jaar, afhankelijk van de regio.
Netto-rendement op aandelen: ruim 5 procent per jaar
Zien particuliere beleggers het nu te zonnig in of zijn de professionals te zwartgallig? De afgelopen tien jaar waren dubbelcijferige rendementen geen unicum. Maar kijken we naar de langere termijn, dan lijken de beleggingsprofessionals een stuk realistischer.
Elroy Dimson, Paul Marsh en Mike Staunton, drie hoogleraren van de London Business School, hebben het koersverloop van wereldwijde beurzen sinds het jaar 1900 in kaart gebracht. Hieruit blijkt dat het rendement op aandelen gemiddeld 7,1 procent per jaar bedraagt. Gecorrigeerd voor inflatie is dat 5,2 procent.
Geen dubbelcijferig rendement dus. Maar wel een stuk beter dan spaargeld (met een gemiddeld rendement van 0,8 procent per jaar) en obligaties (2,1 procent per jaar).
Wat kun je nu met deze cijfers? Niet zo heel veel, helaas. Ten eerste zijn in het verleden behaalde resultaten geen garantie voor de toekomst. Het verleden staat vast, maar de toekomst is onzeker.
Ten tweede zeggen gemiddelden niet veel over afzonderlijke jaren. Om de bekende schrijver Godfried Bomans te citeren: ‘Een statisticus waadde vol vertrouwen door een rivier die gemiddeld één meter diep was. Hij verdronk.’
Grillig koersverloop
Wie de koersgrafiek van de brede S&P 500-index, de index met de 500 grootste beursgenoteerde bedrijven uit de Verenigde Staten, erbij pakt, ziet geen rechte lijn omhoog, maar een grillig verloop. Hieronder zie je de grafiek van de S&P 500 sinds de jaren 1990.
De afgelopen 50 jaar kende maar liefst dertig uitzonderlijk goede beursjaren, waarin de index met dubbele cijfers steeg, zo heeft de Amerikaanse beleggingswebsite The Motley Fool becijferd,. Maar er zaten ook tien jaren bij waarin de index een stapje terug deed. In vijf beursjaren zagen beleggers hun vermogen met dubbele cijfers dalen.
Ook bij de AEX-index wisselen periodes van stijgingen en dalingen elkaar af. Zo zijn beleggers in de afgelopen twintig jaar niet alleen met rally's geconfronteerd, maar ook met crashes, door het knappen van de internetbubbel, de kredietcrisis en de uitbraak van de coronapandemie.
Beleggen levert doorgaans meer rendement op dan sparen
Maar wat leren de statistieken ons dan wel? Ten eerste dat een belegging in aandelen historisch gezien een hoger rendement oplevert dan sparen of andere beleggingen.
Om het concreet te maken: wie nu met 1.000 euro gaat beleggen, zou – gecorrigeerd voor inflatie - het vermogen over tien jaar moeten zien aangroeien tot circa 1.660 euro. Dat is maar liefst 429 euro meer dan obligaties (die zouden aandikken tot 1.231 euro) en 577 euro meer dan spaargeld (dat zou aangroeien tot 1.083 euro).
Ten tweede moeten beleggers zich realiseren dat er naast vette beursjaren ook jaren kunnen zijn waarin de beurs een flinke stap terug doet. Omdat het onmogelijk is om de markt te timen, leent beleggen zich vooral voor de langere termijn. Want hoe diep de aandelenbeurzen soms kunnen zinken, ze zijn tot nu toe wel elke klap te boven gekomen.
Voor een optimaal rendement is het wel belangrijk om met jezelf een aantal spelregels af te spreken en hier strikt aan vast te houden. We zetten de tien belangrijkste voor je op een rij.
1. Beleg alleen met geld dat je kunt missen
Niets is vervelender dan gedwongen worden om je aandelen met verlies te verkopen. Zorg er daarom eerst voor dat je een goede buffer hebt om onverwachte tegenslagen te kunnen opvangen.
Heb je daarnaast nog geld over, dan kun je daarmee gaan beleggen. Mocht de beurs op een zeker moment crashen, dan kun je het herstel rustig afwachten.
2. Probeer de markt niet te timen
Zoals gezegd is de markt niet te timen. De aandelenbeurzen kennen historisch gezien meer goede dan slechte jaren. Zo waren er in de afgelopen 50 jaar maar liefst 31 jaren waarin de S&P 500 met dubbele cijfers steeg; soms zelfs met meer dan 20 procent.
Wie in die goede jaren aan de zijlijn had gestaan, had veel rendement misgelopen. Blijf dus zitten als je geschoren wordt en haal niet uit paniek tijdens een beursdip je geld van tafel.
3. Houd consequent vast aan de gekozen strategie
Heb je gekozen voor een strategie, houd daar dan consequent aan vast. Als je voortdurend van strategie gaat switchen, word je alsnog een markttimer en dat is nou net niet wat je wil als langetermijnbelegger.
Selecteer aandelen van bedrijven waarin je vertrouwen hebt dat ze op langere termijn hun waarde bewijzen. Leg deze vervolgens langere tijd weg en laat de tijd zijn werk doen: de zogeheten buy & hold-strategie waarmee beurslegende Warren Buffett succesvol is geworden.
Laat je niet verleiden tot hypes, om te voorkomen dat je slachtoffer wordt van een knappende zeepbel. Houd altijd de langere termijn in de gaten.
4. Leg periodiek in
Om je portefeuille minder gevoelig te maken voor het beurssentiment, kun je ervoor kiezen om periodiek te beleggen. Je legt dan maandelijks een vast bedrag in. Staan de beurskoersen hoog, dan kun je voor dit bedrag minder aandelen kopen dan in slechte beursjaren. Dit dempt de koersuitslagen, waardoor je rendement minder grillig wordt.
5. Zorg voor voldoende spreiding
Het is riskant om alle eieren in één mandje te leggen. Probeer je vermogen daarom te spreiden over verschillende beleggingscategorieën, sectoren en regio’s. Hoe je dat doet en hoeveel verschillende aandelen ideaal is, lees je in dit artikel.
6. … bijvoorbeeld door te kiezen voor een beleggingsfonds
Een handige manier om spreiding aan te brengen is via een actief beheerd beleggingsfonds (waarbij een fondsbeheerder zelf aandelen selecteert) of een indextracker (die alle aandelen uit een index koopt, zoals de AEX-index).
Dit is duurder dan zelf aandelen selecteren, omdat het fonds kosten in rekening brengt voor de verleende diensten. Maar je hebt wel automatisch een breed gespreide portefeuille.
Lees ook: 10 vragen over beleggen in ETF’s, hét must-have product voor elke particuliere belegger
7. Mik op dividend
Bij aandelenbeleggingen bestaat je rendement niet alleen uit een eventuele koerswinst, maar ook uit winstuitkeringen aan aandeelhouders: dividend. Aandelen van bedrijven die een relatief hoog en stabiel rendement uitkeren, kunnen een mooie inkomstenbron vormen, dat het rendement op spaargeld doet verbleken.
Herbeleg je het dividend, dan kun je bovendien profiteren van het zogeheten rente-op-rente-effect. Je rendement loopt dan versneld op.
8. Houd de kosten in de gaten
Dezelfde systematiek geldt helaas ook voor jaarlijks terugkerende kosten: deze kunnen de waarde van je portefeuille met een hefboom laten slinken.
Stel dat je 10.000 euro belegt in een beleggingsfonds dat jaarlijks 1 procent kosten inhoudt, terwijl je ook in een ETF had kunnen stappen die 0,3 procent rekent, dan zou je na tien jaar, bij een vergelijkbaar rendement, bijna 700 euro extra aan kosten kwijt zijn.
Beleg je in losse aandelen, houd dan de transactiekosten in de gaten. Stap je voortdurend in en uit, dan kunnen die behoorlijk aantikken.
9. Herbalanceer je portefeuille op gezette tijden
Als je begint met beleggen, heb je een verdeling tussen beleggingscategorieën, regio's en sectoren in gedachten. Die balans kan op termijn zoek raken, door de ontwikkelingen op de financiële markten. Zit de beurs flink in de lift, dan is de kans groot dat het gewicht van aandelen groter is geworden, ten koste van obligaties. Hierdoor ben je ongemerkt meer risico gaan lopen dan je oorspronkelijk van plan was.
Check daarom geregeld of je portefeuille nog in de pas loopt met je doelstellingen en room waar nodig tussentijdse winsten af. Steek je je geld in een beleggingsfonds, dan doet de fondsbeheerder dit voor jou.
10. Houd steeds het einddoel in de gaten
Beleggen doe je met een doel. Houd dit gedurende de rit goed in de gaten. Beleg je bijvoorbeeld om je pensioen aan te vullen, dan is het natuurlijk heel belangrijk dat dit geld er ook is als je stopt met werken.
Komt het doel in zicht, bouw dan geleidelijk de risico’s af, door een deel van je aandelen te vervangen door bijvoorbeeld obligaties, spaardeposito’s of spaargeld.
Een handige vuistregel om het percentage aandelen vast te stellen is door je leeftijd af te trekken van het getal honderd. Ben je veertig jaar, dan kun je 60 procent van je belegbaar vermogen in aandelen stoppen. Tien jaar later is dat gedaald tot de helft, enzovoorts.
Lees meer over beleggen:
- Zo lang duurt het om €10.000 te verdubbelen, als de beurs jaarlijks 4% of juist 8% stijgt
- Bang dat de beurzen gaan dalen? Zo dek je je in tegen een beurscrash én benut je koopkansen
- Dit is het ideale aantal aandelen om in portefeuille te hebben, volgens een beleggingsexpert
- Hoe ‘veilig’ is beleggen met een termijn van 10 jaar? Dit is je rendement met een inleg van €1.000 op verschillende instapmomenten
- Nederlandse particuliere beleggers denken de komende tijd gemiddeld 9% rendement per jaar te boeken – professionals zijn een stuk voorzichtiger